Humor en figuurlijke uitdrukkingen: logopedische gids
De humor en de figuurlijke uitdrukkingen (metaforen, idiomatische uitdrukkingen, ironie) maken deel uit van de niet-letterlijke taal. Hun begrip vereist dat men verder gaat dan de primaire betekenis van de woorden. Deze pragmatische aspecten van de taal zijn vaak moeilijk voor mensen met ASS, TDL of sociale communicatiestoornissen.
😄 Hulpbronnen figuurlijke taal
Kaarten met uitdrukkingen, inferentie-oefeningen, humor spellen
Toegang tot de tools →Soorten figuurlijke taal
Idiomatische uitdrukkingen: "de blues hebben", "flauwvallen", "zijn tong aan de kat geven".
Metaforen: "die man is een leeuw" (= moedig).
Ironie en sarcasme: het tegenovergestelde zeggen van wat je denkt.
Humor: woordspelingen, grappen, absurditeit.
Proverbia: "Wie een ei steelt, steelt een os".
Ontwikkeling
Het begrip van figuurlijke taal ontwikkelt zich geleidelijk: eenvoudige uitdrukkingen rond 5-6 jaar, metaforen rond 7-8 jaar, ironie rond 8-10 jaar. Humor verfijnt met de leeftijd en sociale ervaring.
Moeilijkheden
Mensen met een letterlijk begrip kunnen "het regent touwen" interpreteren als echte touwen die vallen. Deze moeilijkheden komen vaak voor bij ASS en beïnvloeden sociale interacties.
Interventie
💡 Strategieën
Expliciet onderwijzen van veelvoorkomende uitdrukkingen.
Illustreer de letterlijke vs figuurlijke betekenis met afbeeldingen.
Context: leren om contextuele aanwijzingen te gebruiken.
Herhaalde blootstelling aan verschillende vormen van humor.
Onze downloadbare tools
🗣️ Kaarten met figuurlijke uitdrukkingen
Idiomatische uitdrukkingen geïllustreerd met hun betekenis.
DownloadenVeelgestelde vragen
Het letterlijke begrip is frequent bij ASS maar niet exclusief. Het kan ook voorkomen bij TDL of gewoon bij jonge kinderen. Als het gepaard gaat met andere sociale en communicatieve moeilijkheden, kan een evaluatie nuttig zijn.